zaterdag 4 juli 2020

Een Japanse lakdoos op de Veluwe.


Waarom verkwanseld de Veluwe haar indentiteit?


De afgelopen tijd lever ik zo op mijn eigen manier bijdragen aan het behoud van een stukje cultuur geschiedenis van de Veluwe. En hou me bezig met het onderzoek en het beschrijven van de kampeergeschiedenis van de landgoed Leuvenhorst.
Vanaf de jaren 20 werd dit landgoed bij Hulshorst opengesteld door de eigenaars, de familie Jurriaanse. Ze boden de mogelijkheid om vrij te kamperen in een bos en zandverstuiving van 1200 ha. Dat was even iets anders dan kamperen bij de boer!
De afgelopen periode heb verscheidenen foto's uit het archief van de Jurriaanse's intensief bewerkt en gerestaureerd. Een tijdrovend werk waarbij ik probeer de oude sfeer van de oorspronkelijke foto's, die soms meer dan 100 jaar oud zo veel mogelijk te behouden. Want sommige hebben de tand des tijds niet zo goed doorstaan.
Het valt me bij het zien van deze foto's op dat er heel veel authentieke gebouwen uit het landschap zijn verdwenen. 
Maar niet alleen de gebouwen verdwenen. Ook wegen en paden. De inrichting en het gebruik van het rustieke landschap werd in de loop van de laatste 60 jaar ernstig mismaakt. Vervlakking en veronachtzaming van de pastorale sereniteit van de groene ambiance die natuur heet. 

Het eerste wat me opvalt is de betonrot die zich maar blijft uitspreidden over de Veluwe als een soort schimmel. Want voor mij blijft het altijd weer opnieuw een verschrikking te moeten ervaren hoe die blikkerende betonnen fietspaden de delicate sfeer van een in principe mooie bosweg totaal verminken. 
Wat was er nou eigelijk mis met die fietspaden van schelpengruis? Ecologisch gezien zijn ze waarschijnlijk veel hedendaagser binnen het idioom van duurzaamheid. En buiten dat, het is toch een visuele ramp om te zien dat een monumentale weg zoals de Hierderweg, Schapedrift of Poolseweg ineens ingebed zijn in grauw beton. Daarbij wordt ook nog eens de natuurlijke verhouding verstoord van wat oorspronkelijk een eeuwenoude zandweg was. 
Is de hedendaagse mens niet meer op zijn gemak zonder beton? 
Want nu hij zijn beton zo'n beetje over heel Nederland heeft uitgestort. Moet ook het kleine stukje natuur wat nog over is er aan geloven. Dit tot uiteindelijk de lage landen bestaat uit één groot verkeersplein. Met blijkbaar als enig doel om met een noodgang van terrasje naar terrasje te racen op de elektrische fiets. Onderwijl turen op het mobiel. Want we zijn bang te verdwalen.

Nog een aantasting voor de natuurlijke schoonheid is wat er heeft plaatsgevonden op Schovenhorst bij Putten. 
Oorspronkelijk was dit landgoed een arboretum en pineteum. Meneer J.T. Oudemans was daarvan de beheerder en was zelfs de eerste voorzitter van Natuurmonumenten.
Een landgoed waar ik in het verleden bij betrokken was. Niet als kampeerder, maar als kunstenaar. 
Daar moest ook alles anders, moderner en niet zo boers graag. Een grandioos masterplan werd gepresenteerd. Dat vond het bestuur van Schovenhorst zelf tenminste. 
Het beetje kunst en cultuur dat ze nog hadden ging de deur uit. En het platte entertainment van feesten en partijen werd welkom geheten. Het pretpark Schovenhorst werd het grote doel.
Eerst werd het Veluws juweeltje de; Hop Eest gesloopt. Een vriendelijke en rustiek gebouwtje langs de Garderenseweg. 
Er moet een design thee-paviljoen voor in de plaats komen. Gebouwd onder architectuur, jawel. De simpele boeren eenvoud moest rigoureus uitgegumd worden. 
Er verrees een Japanse lakdoos, zonder kraak nog smaak. Bedacht door een architect in Rotterdam. Want dat klinkt immers niet zo provinciaals. 
Nu staat er een waar gedrocht, totaal detonerend in het landschap. En qua vorm absoluut ongeïnspireerd. Bedacht door mensen die niets met de Veluwe hebben. En waarschijnlijk niet eens weten waar het ligt.  
Tot overmaat van ramp vertoond de binnenruimte van de lakdoos akoestisch gezien grote gelijkenis met een ondergrondse parkeergarage. De reflecties van de glad gepolijste wanden en vloer bezorgen knallende koppijn. 
Een muzikant in mijn gezelschap die werd voorgesteld om tijdens slecht weer in dit onderkomen een uitvoering te geven. Liep gillend weg!
Sommige mensen die onwetend voorbij komen fietsen denken dat het een crematorium is! Vooral als het buiten koud is en er binnen flink moet worden gestookt. En er zodoende een flinke rookpluim boven het gebouw hangt. Het zegt veel over de koude uitstraling van het gebouw

Daarna kwam de megalomane Bostoren of beter gezegd; offshore in het bos. Een 1 miljoen kostend gimmick-klimrek. Een intimiderende staalconstructie met een enorme klomp beton in de grond ( alweer beton ) om het hele geval te stabiliseren. Een plantenbak op 40 meter hoogte. Technisch best knap. De ingenieurs hebben zich in ieder geval goed kunnen uitleven. 
Maar het kost elk jaar minstens 20.000 euro aan onderhoud alleen!. Een bedrijfsmatige molensteen. Die nooit genoeg zal opbrengen. Het adviesbureau dat een glad rapport over de hyper optimistische bezoekers aantallen schreef, heeft er als enigste goed aan verdiend. De blinde ego's van het bestuur van Schovenhorst waren te groot om de falsificatie van het rapport te doorzien. In de psychologie noemen ze dat een attitude probleem.
Feit is dat het draagvlak voor de toren in de omgeving ook niet groot is. Om de haverklap is er wat mis met de toren. Alles wat los of vast zit is al een keer kapot gemaakt of gesloopt. Het stalen gevaarte met de uitstraling van een brandtoren schijnt in de omgeving niet echt gewaardeerd te worden. Om het maar modern te zeggen; er is geen respect voor de door Schovenhorst opgelegde rariteit. 
En dat is waarschijnlijk heel terecht.

Arm Schovenhorst. Van groene oase tot banaal partycentrum. Van idealisme naar hedonisme. Van beschaving naar verval.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten